Preview: een vooruitblik op Impuls 52, nr. 2 (2/2)

Benieuwd naar wat er in Impuls 53 zal verschijnen? Hieronder vind je een eerste deel van de preview.

Sinds jaargang nr. 50, verschijnt Impuls in een andere vormgeving, in een ander formaat en met een andere ondertitel: Impuls. Leiderschap in onderwijs.

Cover Impuls 52, nr. 2

Scholen in verandering

Ilse Coucke is al zes jaar directeur van de campusschool Eureka in Torhout. Het is een school in transitie. Ze wandelen er de weg van de geleidelijk, geduldig en gestaag. Nochtans zat er nogal wat druk op de ketel, want de hoofdstad van het Houtland met 20.000 inwoners heeft een indrukwekkend onderwijsaanbod. Daarnaast was er de modernisering van het secundair onderwijs die ook een zekere dwang veroor-zaakte. Met enige West-Vlaamse doortastendheid gingen ze op zoek naar een eigen verhaal en dat vonden ze in een eigen onderwijsrecept. Hun zoektocht is weldoordacht en participatief met een ouderforum, een denktank waar een beroep gedaan wordt op de verantwoordelijkheid en de medewerking van alle be-trokkenen. Ze kwamen uit op de baseline: krachtig leren. Als je een verschil wilt maken, moet dat krachtig leren ook te zien zijn. Vandaar dat leerlingen – naast lessen – werken in een leerlab, dat ze kansen krijgen tot flexibel leren, dat de didactische krachten in co-teaching worden gebundeld, dat ze in de bovenbouw aan digitale exploratie doen met de uitwerking van een leerlijn Virtual Reality.

Vragen aan professionals

Bruno Vanobbergen is vooral bekend als kinderrechtencommissaris (2009-2019), maar is ondertussen al twee jaar directeur van het Vlaams Agentschap Opgroeien, een fusie van Kind en Gezin en het Agentschap Jongerenwelzijn. Hij zit nu in een andere rol, misschien wat minder zichtbaar, omdat hij nu in functie van een beleid en van een minister werkt. Maar hij krijgt veel ruimte en verantwoordelijkheid om een beleid voor kinderen en jongeren tot 25 uit te stippelen. Volgens hem beseffen we nog altijd onvoldoende wat leven in armoede in het dagelijks leven van kinderen betekent. Jeugdhulp zouden we meer als een normaal gegeven moeten beschouwen. Hoe kan je jongeren die hulp nodig hebben zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving houden met de expertise van jeugdhulp? Daar zijn heel mooie voorbeelden van. Hij wil bruggen bouwen tussen scholen en hulpvoorzieningen. In iedere provincie is daarvoor nu een coördinator aangesteld. Verder heeft hij nog over de geestelijke gezondheid van de jongeren, over tijd maken voor het ten gronde lezen van kinderen en jongeren op school en in het gezin, over hoe er actueel naar onderwijs gekeken wordt.

Impulsen

Louis Cauffman en Mathieu Weggeman onderzochten de effectiviteit van digitaal onderwijs en gaven verslag van hun bevindingen in Impuls 52/1. Het was even slikken voor Fien Depaepe en collega’s van de KU Leuven toen ze hun bevindingen lazen, omdat het niet overeenstemt met wat in het onderwijstechnologisch onderzoek naar voren komt. Ze geven genuanceerd wederwoord over de complexe aangelegenheid van de digitalisering van onderwijs en welke elementen daarvoor van groot belang zijn. Voor hen is onderzoek insperend en duidend en niet sloganmatig en eenduidig.

Vanuit de redactie las Jan Bonne in ‘Voor u gelezen’ Vlaamse toetsen. Waar vandaan en waar naartoe? in een redactie van Luc De Man en Kris Denys en maakt een inhoudsbeschrijving van de 160 bladzijden. Gerenommeerde experten geven daar waar mogelijk onderbouwde antwoorden op de drempels in de discussie. Ze willen niet polemiseren noch sturend opiniëren. Ze willen stemmen en elementen aan het debat toevoegen.

Verder nog twee leestips van Jan Bonne: Durven voor morgen van Saskia Van Uffelen over klassieke paden durven verlaten, over transitie en langetermijndenken, wat we in het onderwijs ook wel kunnen gebruiken en Iedereen schoolmaker. Investeren in samen leren van Bert Smits en Yves Larock over hoe scholen de uitdagingen die op hen afkomen, in excellent onderwijs kunnen omzetten.

Beleidswatcher

Zullen we het nog eens over vakantiespreiding hebben? Het is niet de eerste keer en het zal ook niet de laatste keer zijn. Onze beleidwatcher overloopt gedocumenteerd de evoluties en discussies over de verdeling van de vakantieperiodes van in het begin van de twintigste eeuw tot nu. Bijzonder boeiend voor al diegene die gefundeerd mee van gedachte willen wisselen. Wat opvalt, is dat er niet echt pedagoische bezwaren zijn tegen een andere spreiding van de vakantieperiodes. De coronacrisis dwingt ons om het eens op andere manier te proberen. We hoeven geen watervrees te hebben.