Twee types bachelor – één type master
Sinds de ondertekening van de Bolognaverklaring in 1999 hebben meer dan veertig onderwijssystemen binnen de Europese Hoger Onderwijsruimte hun hoger onderwijs hervormd in de richting van meer transparantie. De conferentie van Bergen (Noorwegen) in 2005 gaf de start voor een overkoepelend raamwerk van kwalificaties in het hoger onderwijs. De 45 deelnemende onderwijssystemen beslisten om een gemeenschappelijk raamwerk voor het hoger onderwijs uit te werken in drie cycli: bachelor, master en doctor. Voor die drie niveaus zouden er generieke descriptoren worden uitgewerkt, die later zullen bekend staan onder de benaming van de Dublin descriptoren. Tegelijkertijd werd gevraagd de mogelijkheid te onderzoeken voor een soort ‘intermediate’ kwalificatie of ‘subdegree’. Die werd later uitgewerkt en is bij ons gekend onder de benaming HBO 5 (gegradueerde). In Nederland spreekt men (bij gebrek aan een Nederlands woord) van een ‘associate degree’ . Bij de conferentie van Londen in 2007 was die klus geklaard en werd er in de diverse landen werk gemaakt van een wettelijke verankering.
Daarbij valt een eigenaardig verschil op. Er is overal een academische bachelor naast een professionele bachelor, maar in een aantal landen laat men het verschil vallen bij de master. Daar zie je landen met zowel een professionele als een academische master, naast landen met uitsluitend een academische master. Zo kennen Frankrijk en Nederland bijvoorbeeld een professionele naast een academische master. In Vlaanderen bestaat die professionele master niet. Dat is merkwaardig.
Waarom twee types master?
De keuze voor uitsluitend een academische master geeft in feite blijk van een soort onderwaardering voor een loopbaan tot master via een praktijkgerichte weg. Het verschil tussen de twee types kan als volgt duidelijker worden.
Bij een academische master primeert de theorie en daaraan wordt dan een vorm van praktijk toegevoegd. Bij de professionele master vertrek je van een rijke praktijkervaring, die dan verbreed en verdiept wordt met theorie en cursussen die uitbesteed worden aan universiteiten, hogescholen of speciaal daartoe opgerichte consortia of instituten. Daarbij staat de gedachte voorop, dat echte vernieuwing slechts mogelijk is, wanneer ze aanleunt bij een sterke praktijkervaring. Op die manier wordt de toch wel bestaande kloof tussen wetenschappelijk onderzoek en de toepassing in de praktijk, voor een groot deel ondervangen. Het is ook zo dat dit praktijkgerichte type docenten nogal eens ontbreekt in de bestaande lerarenopleidingen.
Het invoeren van een profesionele master is nu ook actueel door de discussies die aan gang zijn over een ’universitaire opleiding’ voor onderwijzers.
Een professionele master basisonderwijs
Onlangs kwam minister Crevits naar buiten met plannen voor de nieuwe lerarenopleiding. Daarin werd ook verwezen naar een nieuwe universitaire opleiding voor het lager onderwijs. De onmiddellijke reacties van de hogescholen en universiteiten waren negatief. De minister geeft nu de opdracht aan de Vlaamse Onderwijsraad om een voorstel uit te werken voor een master basisonderwijs. Dat is het uigelezen moment om de professionele master op te nemen in de kwalificatiestructuur. Daarmee is meteen ook de gelijkwaardigheid tussen de invalshoek van de praktijk en de invalshoek van de theorie bevestigd. Goede leraren basisonderwijs moeten tijdens hun loopbaan en via een flexibel systeem van het verwerven van verbrede en verdiepte pedagogische en didactische kennis, kunnen doorstromen tot een professionele master. De ervaringen die er nu al sinds meer dan een halve eeuw bestaan met de Hogere Instituten van Opvoedkunde, kunnen daarbij houvast bieden.
En uiteraard is dezelfde piste denkbaar voor andere domeinen van professionele bachelors als bijvoorbeeld verpleegkunde, sociale opleidingen en dergelijke. De professionele masters, die doorstromen vanuit de praktijk via loopbaanleren, maken ook een verlenging van de bacheloropleidingen tot vier jaar overbodig. Drie jaar moet volstaan om initieel aan een professionele loopbaan te beginnen. De weg staat dan open voor levenslang leren tijdens de loopbaan.